VOETBALBLESSURES, WAAR HEBBEN WE HET OVER?
16 januari 2024SPIERBLESSURES VOORKOMEN, HOE DOEN ZE DAT IN DE TOP?
17 januari 2024EEN VKB-BLESSURE, HOE GEBEURT DAT NOU?
In het verleden werkzaam als sportfysiotherapeut en hoofd medische staf bij Go Ahead Eagles, en als sportfysiotherapeut bij de KNVB. Gepromoveerd op onderzoek naar de preventie en return-to-play van hamstringblessures in het voetbal. Betrokken bij (inter-)nationaal onderzoek en onderwijs op voetbalmedisch gebied.
Wat is er onderzocht?
Het doel van deze studie was om in een groot cohort van profvoetballers de blessuremechanismen, biomechanica en spelsituaties te beschrijven wanneer een voorste kruisband (VKB) blessure ontstond. Daarnaast hebben de auteurs tevens de verdeling van de VKB blessures door het seizoen, tijdens de wedstrijd en op het veld beschreven.
Figuur 1. VKB-blessures tijdens druk zetten: op de tegenstander af gaan (A), eerste contact (B), blessuremoment (C) en balansverlies (D). Tijdens tackelen: op de tegenstander af gaan (E), eerste contact en tackel (F), blessuremoment (G), en balansverlies (H). Uit: Della Villa 2020.
Bij wie en hoe is het onderzocht?
In het Italiaanse profvoetbal (Serie A en B) werden video analyses uitgevoerd van 12-15 seconden vóór, en 3-5 seconden na het vermoedelijke ontstaansmoment van de VKB blessure. Het blessuremechanisme (non-contact, indirect contact of direct contact), de spelsituatie (verdedigen, aanvallen) en de biomechanica werden geanalyseerd op basis van de videobeelden.
Figuur 2: KB-blessures tijdens getackeld worden met contact op onderste extremiteit (niet-geblesseerde zijde): mechanische verstoring (A), eerste contact (B), blessuremoment (C) en balansverlies (D). VKB-blessures tijdens getackeld worden met contact bovenste extremiteit: mechanische verstoring (E), eerste contact (F), ingeschat blessuremoment (G), en balansverlies (H). Uit: Della Villa 2020.
Wat vertellen de resultaten mij?
De belangrijkste resultaten vanuit deze studie zijn:
- De verdeling indirecte (dus contact via het lichaam, maar niet direct op de knie) en non-contact blessures zijn ongeveer gelijk verdeeld binnen deze populatie.
- De vier belangrijkste spelsituaties zijn:
1.Druk zetten / tackelen
2.Getackeld worden
3.Balans hervinden na een schot
4.Landen na een sprong Daarbij zorgde de eerste categorie (druk zetten / tackelen) voor ongeveer de helft van de VKB-blessures. Getackeld worden (20%), balans hervinden (16%) en landen na een sprong (7%) kwamen aanzienlijk minder voor. - VKB-blessures komen meer voor aan het begin van de wedstrijd (eerste helft) dan aan het eind (tweede helft).
- De meeste VKB-blessures traden op in de speelmaanden september/oktober/november en maart/april.
- In Figuur 1 - overgenomen uit de publicatie – ziet u VKB blessures tijdens druk zetten / tackelen. In Figuur 2 ziet u VKB blessures tijdens getackeld worden.
De volgende overwegingen voor de praktijk kunt u meenemen uit deze studie:
- Hoewel veel (spier-)blessures optreden in het laatste kwartier van een helft en/of aan het eind van de wedstrijd, geldt dat niet voor de VKB blessure. Vermoeidheid speelt dus mogelijk niet zo’n grote rol als aanvankelijk gedacht.
- Indirecte en non-contact spelsituaties zijn de voornaamste ontstaansmechanismen. Daarbij zijn het druk zetten en tackelen de meest voorkomende momenten, met in mindere mate getackeld worden en/of landen na een sprong. Onze preventie, testen, en monitoring zouden dus meer gericht moeten zijn op deze context c.q. deze sportspecifieke situatie. In de praktijk moet er (naast de traditionele kracht- en sprongtraining en -testen) mogelijk meer waarde gehecht worden aan het inslijpen van beweegpatronen op het veld, pre-activatie van musculatuur voorafgaand aan een taak, en agility testen op het veld.