RETURN-TO-PLAY NA HAMSTRINGBLESSURE: IS ER GENOEG GEDAAN?
2 april 2024CORE EN HAMSTRINGBLESSURES: JE KAN ER WAT MEE!
Proefschrift: The bumpy road to effective hamstring injury prevention in male amateur soccer players
Auteurs: Mendiguchia J, Gonzalez de la Flor A, Mendez-Villanueva A, Morin JB, Edouard P, Garrues MA.
Tijdschrift: J Sports Sci 2020;Nov 10:1-8
De rol van het bekken irt hamstringblessures wordt vanuit de praktijk meestal veel waarde toegekend.
Echter, er bestaat nauwelijks (goed) onderzoek over de relatie tussen hamstringblessures en ‘core stability’,
het SI-gewricht, de lumbosacrale overgang en/of het bekken. Deze recente publicatie is vanuit dat perspectief erg interessant.
In het verleden werkzaam als sportfysiotherapeut en hoofd medische staf bij Go Ahead Eagles, en als sportfysiotherapeut bij de KNVB. Gepromoveerd op onderzoek naar de preventie en return-to-play van hamstringblessures in het voetbal. Betrokken bij (inter-)nationaal onderzoek en onderwijs op voetbalmedisch gebied.
Wat is er onderzocht?
Anterior pelvic tilt (APT) is het voorover kantelen van het bekken (zie Figuur 1). Tijdens ganganalyses geldt dat hoe hoger de snelheid tijdens het lopen, hoe meer de APT toe neemt. Zo is ook aangetoond dat voetballers een grotere APT hebben als wielrenners, judoka’s en/of zwemmers. Er wordt verondersteld dat een toegenomen APT de belasting c.q. trekkracht op de m. biceps femoris kan vergroten, wat een reden kan zijn waarom 95% van de hamstringblessures in het voetbal in deze spier van de hamstrings plaatsvinden. Een toegenomen APT kan aanwezig zijn door/met een verkorte m. iliopsoas aan het contralaterale been, toegenomen anteversie van de heup, en/of een vergrote lumbale lordose. Vanuit de aanname dat APT een belangrijke rol speelt in de hardloopprestatie en hamstringblessurepreventie, wilden de auteurs kijken of een gericht oefenprogramma de APT tijdens functionele taken kon veranderen.
Figuur 1.
Bij wie en hoe is het onderzocht?
Vrijwillige sporters tussen de 18 en 40 jaar werden onderverdeeld in een interventie- en controlegroep. Sporters in de interventiegroep werden 18 maal gezien in 6 weken (3x per week). De interventie bestond uit manuele therapie (20%) en oefentherapie (80%). Manuele therapie bestond uit massage en mobilisaties van de lumbale wervelkolom. Oefentherapie bestond uit mobiliteitsoefeningen voor de lumbosacrale regio, heupflexoren en hamstrings; krachtoefeningen voor de heupextensoren; coördinatie oefeningen tbv rompstabiliteit; oefeningen tbv posterior pelvic tilt en foam roll oefeningen. In deze video wordt de interventie uitgebeeld, in Figuur 2 ziet u deze beschreven. Primair werd via video-analyse beoordeeld of APT gewijzigd kon worden. Tevens werden hamstring flexibiliteit en rompstabiliteit beoordeeld.
Figuur 2
Wat vertellen de resultaten mij?
- APT nam significant af tijdens een ganganalyse van het wandelen
- Grote effect sizes werden waargenomen voor toegenomen hamstringflexibiliteit en verbeterde rompstabiliteit in de interventiegroep
De volgende overwegingen voor de praktijk kunt u meenemen uit deze studie:
- De belangrijkste kritische noten dienen als eerste gekraakt te worden: deze studie is niet bij (prof-)voetballers uitgevoerd, de primaire uitkomst (APT) werd gemeten tijdens het wandelen, en de interventie was dusdanig intensief (3x pw) en uitgebreid (oefentherapie, massage, mobilisatie) dat niet te zeggen is welk(e) element(en) nu voor de APT-reductie zorgen. Toch vind ik dit een zeer interessante studie om twee redenen:
- In de praktijk hebben we al heel lang het gevoel dat met name de lumbosacrale regio (noem het LSO, core, bekken, …) een belangrijke rol speelt in relatie tot hamstringklachten. Nu wordt er voor het eerst – met een voor de praktijk goed uit te voeren programma – geanalyseerd of we daar invloed op kunnen uitoefenen.
- De implicaties voor zowel hamstringblessurepreventie als sprint performance zijn groot. Als we daadwerkelijk APT kunnen optimaliseren en daarmee onze voetballers beter kunnen laten sprinten c.q. minder hamstringblessures laten op lopen, is dat een prachtig resultaat. Kortom: vanuit wetenschappelijk oogpunt zitten er de nodige haken en ogen aan deze studie. De informatie is echter inspirerend en gestoeld op een heldere rationale die aansluit bij bevindingen uit de dagelijkse praktijk. Ongetwijfeld zullen we de komende 10 jaar meer onderzoeken gaan treffen die de relatie tussen het bekken en hamstringblessures verder uitdiepen…