SPIERBLESSURES VOORKOMEN, HOE DOEN ZE DAT IN DE TOP?
17 januari 2024DE COACH: DE BELANGRIJKSTE POIN M.B.T. BLESSUREPREVENTIE?
19 januari 2024In het verleden werkzaam als sportfysiotherapeut en hoofd medische staf bij Go Ahead Eagles, en als sportfysiotherapeut bij de KNVB. Gepromoveerd op onderzoek naar de preventie en return-to-play van hamstringblessures in het voetbal. Betrokken bij (inter-)nationaal onderzoek en onderwijs op voetbalmedisch gebied.
Figuur 1. De OSTRC vragenlijst
Wat is er onderzocht?
Het doel van deze studie was om 1) de associatie tussen aanwezigheid van ‘pijntjes’ en het optreden van blessures te analyseren en 2) het blessurerisico te bepalen binnen 7 dagen na aanwezigheid van ‘pijntjes’.
Bij wie en hoe is het onderzocht?
Iedere fysio werkzaam in het voetbal zal het herkennen: "ik heb wat last, maar ik kan wel gewoon trainen". Dit is de eerste studie die 'pijntjes' (ofwel klachten die niet leiden tot afwezigheid van training/wedstrijd) in het voetbal analyseert en vergelijkt met time-loss blessures (ofwel klachten waardoor een speler niet kan spelen/trainen).
De studie vond plaats bij 25 teams van 10 semi-professionele voetbalclubs (2x trainen, 1x wedstrijd per week) uit Australië. Er werd een geheel seizoen geregistreerd. Spelers rapporteerden pijntjes zelf via OSTRC1 vragenlijst (zie figuur 1) en er werd geregistreerd via een data-verzamelaar bij de clubs. Pijntjes werden onderverdeeld in minimale pijntjes (de speler kon alles doen maar met klachten) of matige pijntjes (de speler moest aangepast trainen).
Wat vertellen de resultaten mij?
Meer dan een kwart van alle spelers (n=218) meldden wekelijks een pijntje die hun niet weerhield om volledig te trainen en spelen. 85% van alle gerapporteerde pijntjes leidden niet tot afwezigheid van trainingen en/of wedstrijden. Bij 68% van alle blessures die wel leidden tot afwezigheid werden in de week voorafgaand aan de blessure al pijntjes gerapporteerd. Voor knie- en hamstringblessures betrof dat zelfs 94% en 90% respectievelijk. Het risico op een blessure was 3 tot 7 keer groter bij spelers die al pijntjes rapporteerden in de week voorafgaand aan de blessure. Het hebben van een pijntje bleek een goede voorspellende waarde te hebben om spelers met een toegenomen risico op blessures te identificeren.
In de praktijk kunt u de kennis uit deze studie dus vertalen naar de volgende actiepunten:
- Eén van de moeilijkste taken voor de fysiotherapeut werkzaam in het voetbal blijft het managen van de balans tussen de speler op het veld willen houden ten behoeve van de prestatie en de speler van het veld houden ten behoeve van blessurepreventie. De data uit deze studie toont aan dat de kleine pijntjes – die wekelijks gerapporteerd worden door een groot deel van de spelers – enige voorspellende waarde hebben voor het oplopen van een time-loss blessure. Moeten we dan iedere speler met een pijntje van het veld houden? Zeker niet! Een van onze taken is om de beschikbaarheid van spelers juist optimaal te houden. Echter, wetende dat bij bijv. 94% van de knieblessures al een pijntje werd gerapporteerd in de week voorafgaand aan de blessure, is het belangrijk om scherp te blijven op hoe je ‘fitte groep’ (ofwel de spelers die gewoon trainen en spelen) er fysiek op staat. Het zou natuurlijk interessant zijn als we kunnen identificeren welke pijntjes voorspellend zijn voor een blessure en met welke pijntjes prima doorgespeeld kan worden. Dat mag vervolgonderzoek uitwijzen. Tot die tijd toont deze studie aan dat het belangrijk is om niet alleen de blessures, maar ook de pijntjes te blijven monitoren en onderhouden om een zo fit mogelijke selectie beschikbaar te houden. Gebruik daarbij zowel een zelfrapportage (bijv. via de OSTRC1 vragenlijst) van de spelers als een registratiesysteem om alle informatie te kunnen ondervangen.